ontmoetingen met Fidel Castro
18. Vida
Vier jaar geleden ontmoetten we haar voor het eerst, toen we met een groep jongeren uit België de Escuela Solidaridad con Panamá bezochten, een school voor zwaar gehandicapte kinderen even buiten Havana.
Het bezoek werd afgerond met een kort optreden van enkele leerlingen, onder wie Mabelita. Op de terugreis naar ons hotel zaten een aantal jongeren stilletjes te snotteren in de bus. Het bezoek had hen sterk aangegrepen. We zijn nu vier jaar verder. Mabelita volgde vanaf de derde graad secundair onderwijs een opleiding voor kunstinstructeur, die ze vorig jaar beëindigde. Momenteel werkt ze bij het kindertheater La Colmenita, De Bijenkorf, en volgt ze een masteropleiding in de kunstwetenschappen aan de universiteit van Havana. Dat laatste lijkt ons niet evident in haar situatie. ‘Nee, maar de professoren geven me thuis les. Ik verwerk de cursussen ook thuis.'
‘Het is dankzij die inspanningen en die bijzondere zorg
dat gehandicapte kinderen hier advocaat kunnen worden.’
Mabelita
Voor ons zit een klein, tenger wezentje. Mabelita worstelt met een ernstige groeiafwijking: ondanks haar achttien jaar heeft ze de gestalte van een peuter en kan ze zich niet normaal bewegen. Ze heeft de normale maximumleeftijd van kinderen met haar ziekte reeds overschreden. In een doorsnee derdewereldland zou ze een vogel voor de kat geweest zijn, tenzij haar ouders gefortuneerd waren. Qua kindersterfte scoort Cuba even goed als de rijke landen, en zelfs beter dan de VS. Als de andere Latijns-Amerikaanse landen dezelfde gezondheidszorg hadden, dan zouden elk jaar meer dan tweehonderdduizend baby’s gered worden. Mabelita is zich daar heel goed van bewust: ‘Voor mij is het een echt voorrecht in Cuba geboren te zijn en te mogen leven. Dankzij de bijzondere zorg kunnen gehandicapte kinderen hier advocaat worden, of kunstinstructeur zoals ik. De revolutie heeft ons geholpen om nuttig te zijn en ons nuttig te voelen in de maatschappij. Ze heeft ons getoond dat er plaats is voor ons, dat wij dezelfde rechten hebben als iedereen, dat we kunnen studeren en werken, dat we onze dromen kunnen waarmaken.’ Mabelita spreekt vlot en lacht constant, haar ogen stralen een onwaarschijnlijk enthousiasme uit. ‘Ik denk dat de droom van de revolutie nog niet af is. De nieuwe generaties hebben nog veel werk voor de boeg. Het is een groot privilege deel te kunnen nemen aan de strijd die we hier voeren.’ Mabelita klinkt aanstekelijk.
La Colmenita is een befaamd theatergezelschap voor kinderen. Het kaapte verschillende internationale prijzen weg en werd in 2007 benoemd tot ambassadeur van Unicef. Op een bepaald moment had de directeur ervan het idee om zo’n gezelschap op te richten speciaal voor gehandicapte kinderen, en zo kwam ook Mabelita erbij. Vandaag wordt ze ‘koningin van La Colmenita’ genoemd. La Colmenita heeft een mooie filosofie: ‘Het gaat over een groep bijtjes die hun eigen huis runnen en elke dag de wereld in trekken om tederheid bijeen te zoeken. Het belangrijkste voor de theatergroepen van La Colmenita is het bevorderen van samenhorigheid en menselijke waarden door middel van theater. Gehandicapte kinderen voelen zich vaak een beetje minderwaardig en zijn daardoor verlegen. Dankzij La Colmenita konden we die obstakels overwinnen. Het toonde ons dat je in je leven je doel kan bereiken als je maar doorzet.’
Vandaag geeft Mabelita zelf les bij het gezelschap en probeert ze door te geven wat ze er zelf heeft gekregen. ‘Hoe wij lesgeven? Door menselijke waarden door te geven. Ethiek, dat is het allerbelangrijkste. Dat is hetgeen el comandante ons steeds opnieuw voorhoudt in zijn toespraken. Want een menselijk wezen zonder ethiek is eigenlijk niet in staat om te leven. Ethiek, dat zijn de vleugels van je hart, dat heb je nodig om het hoofd te kunnen bieden aan alle negatieve ideeën en opvattingen die ons beïnvloeden.’
Op een dag, midden in de strijd rond Elián*, was er een voorstelling in het Palacio de las Convenciones, een groot zalencomplex. Daar ontmoette Mabelita Fidel. ‘Ik zal dat moment nooit vergeten, ik ben nog altijd een beetje opgewonden als ik eraan terugdenk. Hij stelde me op mijn gemak. Je voelt dat hij graag met mensen praat. Hij luistert echt naar je en peilt naar je oordeel over alles en nog wat. Hij gaat graag diep in op de zaken en heeft oog voor details. Ik praatte met hem over kunst, cultuur, geschiedenis en nog zoveel meer. Voor mij betekent hij veel, zeer veel. Als ik Fidel in één woord zou moeten samenvatten, dan zou ik zeggen: “vida” (leven). Ik weet waarover ik spreek, ik heb mijn leven aan hem te danken.’ Met een krop in de keel nemen we afscheid van deze brok vitaliteit en levensvreugde. Het gesprek met dit kleine, sterke meisje zal ons bijblijven.